In de tropische klimaatzone worden al sinds lang vele plantaardige oliën en
vetten geproduceerd. De belangrijkste producerende landen zijn Maleisië, De
Filippijnen, het sterk opkomende Indonesië, Ivoorkust en Brazilië. Deze landen
exporteren grote hoeveelheden palmolie, palmpitvet, kokosolie en cacaoboter over
de hele wereld.
Naast de tropische oliën en vetten kennen we sojaolie, raapolie en
zonnebloemolie. De produktie hiervan gebeurt in de meer gematigde klimaat-zones.
De genoemde vier tropische en drie niet-tropische plantaardige oliën en vetten
vormen de basis voor de samenstelling van het grootste deel van de in de
chocolade- en zoetwarenindustrie gebruikte oliën en vetten.
Het verschil tussen een olie en een vet heeft te maken met de vloeibaarheid.
We spreken van een olie als het produkt bij kamertemperatuur (in Nederland
ongeveer 20 °C) vloeibaar is. We noemen het een vet als dit bij kamertemperatuur
gestold is.
Figuur 4.1: Herkomst van plantaardige oliën en vetten
(Karlshamns)
|